HP LaserJet Enterprise 500 color Printer M551 series - Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist

background image

Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist

1.

Controleer op de configuratiepagina de status van het netwerkprotocol. Schakel het protocol indien

nodig in.

2.

Configureer de netwerkinstellingen zo nodig opnieuw.

216

Hoofdstuk 11 Problemen oplossen

NLWW

background image

Problemen met de productsoftware in Windows
oplossen

Er wordt geen driver voor het product weergegeven in de map
Printers

1.

Installeer de productsoftware opnieuw.

OPMERKING:

Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een

pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram

en selecteert u Sluiten of Uitschakelen.

2.

Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de computer.

Er werd een foutbericht getoond tijdens de installatie van software

1.

Installeer de productsoftware opnieuw.

OPMERKING:

Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een

pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram
en selecteert u Sluiten of Uitschakelen.

2.

Controleer de hoeveelheid vrije ruimte op het station waarop u de productsoftware installeert. Maak

zo nodig zoveel mogelijk ruimte vrij en installeer de productsoftware opnieuw.

3.

Voer zo nodig Schijfdefragmentatie uit en installeer de productsoftware opnieuw.

Het product bevindt zich in de modus Klaar, maar er wordt niets
afgedrukt

1.

Druk een configuratiepagina af en controleer de functies van het product.

2.

Controleer of alle kabels goed zijn bevestigd en zich binnen de specificaties bevinden. Dit geldt ook

voor de USB- en stroomkabel. Gebruik een andere kabel.

3.

Controleer of het IP-adres op de configuratiepagina overeenkomst met het IP-adres voor de software-

ondersteuning. Gebruik een van de volgende procedures:

Windows XP, Windows Server 2003, Windows Server 2008 en Windows Vista

a. Klik op Start.

b. Klik op Instellingen.

c.

Klik op Printers en faxapparaten (via de standaardweergave van het menu Start) of klik
op Printers (via de klassieke weergave van het menu Start).

d. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer vervolgens

Eigenschappen.

NLWW